Een kuil graven dat lukt ze wel, zeggen de 40 studenten van het Clusius College. Maar kunnen ze aan de hand van hun waarnemingen ook bodemadvies geven?
Deze bodemlesserie van twee gastlessen en praktijkles als onderdeel van Biodivers Perspectief is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier via het Landbouwportaal en inzet van bodemcoach coördinator Annemarie Koelemeijer van ANV Water Land & Dijken. Het is de bedoeling dat dit geen eenmalige actie is, maar structureel onderdeel wordt van de module bodem en bemesting voor alle tweedejaars plantenteelt.
Donderdag 11 november waren 40 studenten van het Clusius College voor een praktijkles te gast bij Peter Appelman. Peter teelt op kalkrijke zware klei dat hierdoor geschikt is voor groenteelt. Coen Knook gaf hen als bodemexpert, samen met bodemcoaches John Huiberts en Bas Slagter, uitleg over het graven van een goede profielkuil. Waarom? Tijdens hun stage hebben ze de opdracht dit ook zelf te doen. Op drie percelen (één perceel met gemengde groenbemesting, één perceel met witte kool en één perceel met gasklaver) worden de profielkuilen gegraven en de waarnemingen met elkaar gedeeld.
Juiste aanbevelingen doen aan de hand van wat de studenten zien, zet ze aan het denken. Aldus Fred Wever, docent aan het Clusius College. “Bodemontdekking is een nieuw belangrijk onderdeel van de module bodem en bemesting van de opleiding Plantenteelt. Een gezonde bodem is de basis van het landbouwbedrijf en kennis van hoe een goede bodem er uit ziet, doe je vooral op door in de bodem te gaan kijken. Is er bodemleven, hoe is de wortelgroei, zie je storende lagen?"
De studenten beamen dat dit beter werkt dan een theorieles op school. Je kunt nu goed kijken en de bodem voelen en aanraken. Dat werkt beter dan vanaf beeld, zeggen ze. Een student: “Ik leer heel veel, is allemaal nieuw voor mij, ik heb dit nooit eerder gedaan, ook thuis niet, dus dat ga ik nu wel doen”. Op hun stageadres of eigen bedrijf zelf een kuil graven gaat ze nu wel lukken, maar een conclusie trekken dat lijkt ze nog wat lastig. Toch geeft docent Fred Wever hen dat als opdracht mee naar huis. In januari volgt nog een gastles van Coen waarin alle resultaten van profielkuilen met elkaar worden besproken.
En de kuilen die ze groeven? Die zagen er goed uit volgens de expert. “Een top bodemleven”, stelt Coen. Peter Appelman is ook tevreden over zijn bodem. “Zo’n tien jaar geleden had ik veel wateroverlast en steeds slechtere opbrengst. Ik ben met een aantal collega boeren aan de gang gegaan met een ‘spitgroepje’. Kuilen graven en kijken hoe de bodem er uitziet. En wat ik zag was niet best: dichtgeslagen bodem en geen bodemleven”. Peter is toen maatregelen gaan nemen en hij vertelt nadrukkelijk dat het minimaal 5 jaar duurt eer je daarvan resultaat ziet. Belangrijkste maatregelen zijn heel kort samengevat: de bodem voeden en rust geven. Daarnaast de grondbewerking zo oppervlakkig mogelijk doen want hij wil vooral de wortelkanalen en de wormengangen in standhouden. Maar geeft ook Peter aan: “Ik weet nog lang niet alles en ben onlangs weer met een studiegroep aan de slag”.
Ook de aanwezige ondernemers/bodemcoaches gaven aan nog heel veel níet te weten, bijvoorbeeld over de directe relatie tussen groenbemesters en specifieke bodemplagen. Wat ze wel weten is dat hoe meer divers de groenbemesting is, hoe gevarieerder het bodemleven dat je krijgt en voedt en dit heeft weer positief effect op de plaagbestrijding. Het is een hele andere manier van denken als je uitgaat van de kracht van de plant en het bodemleven. Advies aan de studenten is dan ook om met elkaar of met buurtgenoten een studiegroepje te beginnen, met elkaar te spitten en kennis uit te wisselen. Er is zoveel te ontdekken waar je je voordeel mee kunt doen. En nog leuk ook!
En zeker ook belangrijk is dat de drie ondernemers uit eigen ervaring bevestigen dat ze alle investeringen in de bodem uiteindelijk dubbel en dwars terugverdienen omdat een goede bodem zorgt voor een goede opbrengst.